Door voldoende water te kunnen borgen in het meren van het IJsselmeergebied kunnen de gebieden achter de dijk worden beschermd tegen wateroverlast. Het waterbergend vermogen is dan ook de hoeveelheid water dat het IJsselmeergebied kan bergen bij hoogwater, door een combinatie van neerslag en rivierafvoeren.
Bij hoogwater wordt via de spuicomplexen van Den Oever en Kornwerderzand water gespuid naar de Waddenzee. Op deze manier wordt het waterpeil van het gebied gereguleerd. Het is niet altijd mogelijk om de spuisluizen te gebruiken, bijvoorbeeld door stormopzet. Het water wordt dan in het gebied geborgen.
Klimaatverandering en zeespiegelstijging zijn de belangrijkste externe ontwikkelingen die de hoogwaterbeheersing van de kustnabije delen van Nederland onder druk zetten (Figuur 2.5). In het geval van het IJsselmeergebied leiden ze met zeer grote waarschijnlijkheid tot een grotere aanvoer van wateroverschotten uit het stroomgebied van de Rijn en uit de kleinere stroomgebieden die op het IJsselmeergebied afwateren en met zekerheid tot beperkingen aan de spuimogelijkheden. Daarom is al besloten tot vergroting van de capaciteit van de spuisluizen in de Afsluitdijk en tot het plaatsen van pompen.