De cultuurhistorie van het IJsselmeergebied omvat het cultuurhistorisch landschap van het oude land, de nieuwe polders en het ‘onderwaterlandschap’ van het Markermeer, IJsselmeer en de Randmeren, de waterstaatsgeschiedenis, de archeologie, dorps- en stadsgezichten en monumenten.
IJsselmeergebied-geschiedenis
De waterstaatsgeschiedenis hangt nauw samen met de bewoningsgeschiedenis en het landgebruik en heeft cultuurhistorisch betekenis. Dit geldt voor de gehele IJsselmeerdijk, met de dijktrajecten Amsterdam-Monnickendam, Edam-Hoorn, Hoorn-Medemblik, de dijk van Friesland met het Woudagemaal en de dijk Kuinre-Blokzijl; deze zijn cultuurhistorisch relevant voor het verhaal van de Zuiderzee tot IJsselmeer met de IJsselmeerwerken als de proefpolder Andijk, eerste inpoldering van de Wieringermeer, de Afsluitdijk, de aanleg van de Noordoostpolder, Oostelijk Flevoland, Zuidelijk Flevoland, en de aanleg van de Houtribdijk – die uiteindelijk een dam werd, omdat definitief is besloten de Markerwaard niet in te polderen.
De dynamiek van het IJsselmeergebied en de relatie met de ontstaansgeschiedenis (zie onderstaande afbeelding) is af te lezen aan een brede verscheidenheid aan landschapstypen. Grote delen zijn aangewezen als Nationaal Park, Nationaal Landschap of als Belvedère-gebied.
Monumenten en werelderfgoed
In het IJsselmeergebied is een veelvoud aan soorten gebouwde monumenten te vinden, met als voornaamste de historische haven- en visserssteden met veelal markante silhouetten, die als bakens vanaf zee fungeerden (zoals de kerktoren Enkhuizen). Voorts zijn er monumenten die herinneren aan de waterstaatkundige functie (dijken, sluizen, gemalen) en aan de agrarische functie (historische boerderijen; droogmakerijen). Dit levert een groot aantal erfgoed locaties op, zoals de rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten, provinciale monumenten en de werelderfgoed-locaties: Schokland (NOP), Woudagemaal (Lemmer), Stelling van Amsterdam, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de binnenstad Amsterdam.
Als onderlegger voor (integrale) ontwikkelingen
De cultuurhistorie is een perspectief als onderligger voor (integrale) ontwikkelingen. De verhalen, beelden en karakteristieken bieden goede kansen om het erfgoed te verbinden met nieuwe, integrale ruimtelijke ontwikkelingen. Belangrijk is het om de verscheidenheid en de leesbaarheid van het landschap te behouden. Indien er ontwikkelingen plaatsvinden die de cultuurhistorische waarden beïnvloeden, moeten de historische waarden goed worden vastgelegd. Daarmee is de cultuurhistorie een belangrijk uitgangspunt voor verdere planvorming – ook als er botsende opgaven zijn – en kan leiden tot een gemeenschappelijke visie.