De Minister van EZK informeert de Tweede Kamer over de routekaart zon op water. De routekaart beschrijft kansen en risico’s van zonne-energie op water in Nederland en gaat in op de mogelijkheden om met beleid de gewenste ontwikkelingen richting 2030 en 2050 te faciliteren. De routekaart is afzonderlijk uitgewerkt voor de kleine binnenwateren, de grote binnenwateren (waaronder Markermeer en IJsselmeer) en de Noordzee. . Per type water verschillen de potentie voor energieopwekking en de juridische context, alsook de technologische, ecologische en ruimtelijke uitdagingen. Hieronder in het blauw het hoofdstuk over de grote binnenwateren uit de Kamerbrief. De brief is tevens hier te vinden.
Grote binnenwateren
Grote binnenwateren zijn de grote rivieren en meren, waaronder het Markermeer en IJsselmeer en de Zuidwestelijke Delta. In totaal beslaan de grote binnenwateren 5.380 km2.
Technologie
Technologisch is de uitdaging voor zon-PV op de grote binnenwateren groter dan op de kleine binnenwateren. Er zijn kalme wateren, maar ook getijdengebieden en meren met een indicatieve golfhoogte tot 1,2 meter. Voor deze wateren is nog verder technologisch onderzoek nodig om bestendige systemen te ontwikkelen. Hieraan is gewerkt, bijvoorbeeld met experimenten op het baggerdepot de Slufter (Rotterdam), waar verschillende typen zonnesystemen zijn getest bij een golfhoogte tot 1 meter. Ook in een Fieldlab op het Oostvoornse Meer wordt de bestendigheid van een aantal systemen getest en worden ecologische effecten gemeten.
Ecologie en waterkwaliteit
De grote wateren zijn waterlichamen waar zon-PV-systemen vanwege de Waterwet vergunningplichtig zijn en waarvoor een waterkwaliteitsbeoordeling nodig is die ook effecten op ecologie beschouwt. De ecologische vraagstukken bij zon-PV op de grote binnenwateren zijn vanwege de omvang en omstandigheden, zoals de grotere waterbewegingen en -diepte, anders dan die op kleine binnenwateren. Veel van de rijkswateren zijn Natura 2000-gebieden waarvoor een passende beoordeling nodig is om de natuureffecten te beoordelen. Er is nog weinig praktijkkennis beschikbaar waarmee de effecten van drijvende zon-PV-systemen op de ecologische waterkwaliteit van grotere wateren voorspeld kunnen worden. Om beter inzicht te krijgen in deze effecten van grote drijvende toepassingen, heb ik Rijkswaterstaat opdracht gegeven om te starten met een onderzoekstraject naar de effecten van zon-PV op het IJsselmeer. De resultaten hiervan verwacht ik medio 2021. Het betreft een verkenning naar mogelijke locaties voor een pilot met drijvende zon-PV-installaties in het IJsselmeer, zoals de – vanuit technologisch oogpunt – voor de hand liggende locaties bij bestaande windparken. Naast drijvende installaties nabij windparken wordt ook gedacht aan toepassingen in het kader van het realiseren van natuurdoelen. In de concept-RES Noord Holland Noord valt het IJsselmeer binnen het zoekgebied voor zon-PV. In opdracht van de provincie Noord-Holland en gemeente Medemblik is een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheid om in de MIRT-verkenning Wieringerhoek, die wordt gedaan in het kader van het realiseren van doelen van de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW), zonne-atollen op te nemen: ringdijken waar zonPV in het centrum, boven of op palen in het water geplaatst wordt. Hierbij worden habitats gecreëerd – ondieptes met waterplanten – die ook ruimte bieden voor het
opwekken van duurzame energie.
Het bureauonderzoek uitgevoerd door Deltares en Bureau Waardenburg stelt dat het opwaarderen van natuur goed samen kan gaan met het ruimte creëren voor de opwekking van duurzame energie middels zon-PV op water. Het onderzoek geeft tevens aan dat er nog geen ervaring is met dergelijke projecten en adviseert daarom het starten van een pilot om zo te leren over de werking van zonneatollen en de relatie tussen energie andere beheer- en gebruiksfuncties. Een stapsgewijze ontwikkeling met monitoring en bijsturingsmogelijkheden die meer uitwijst over de relatie tussen ecologie en energie ligt dan voor de hand. Hierbij spelen nog wel praktische, ecologische, ruimtelijke, juridische, technische, waterloopkundige en economische vraagstukken. Zo zijn er voorwaarden ten aanzien van het waterbergend vermogen en mogelijke belemmeringen vanwege
het schootsveld van het schietterrein Breezanddijk van het Ministerie van Defensie. In de loop van 2021 zal meer duidelijkheid ontstaan over de vraag in hoeverre deze vraagstukken realisatie in de weg staan.
Route
Anders dan bij de kleine binnenwateren zijn de grote binnenwateren vaak ‘rijksgronden’. De grote potentie van het Rijksvastgoed voor de energiedoelen heeft aanleiding gevormd voor het programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER). Binnen het programma OER werkt het kabinet momenteel aan het beschikbaar stellen van rijksgronden en het eigen vastgoed voor de opwek van duurzame energie. In mijn brief van 30 oktober 2020 licht ik toe hoe ik samen met de partners in de RES’en op zoek ga naar geschikte locaties op Rijksareaal, waaronder op de wateren van Rijkswaterstaat (Kamerstuk 32 813, nr. 612). In deze brief heb ik ook aangekondigd dat Rijkswaterstaat in het kader van het Pilotprogramma Hernieuwbare Energie op Rijks(waterstaats)gronden drijvende zon-PV-systemen voorbereidt bij de sluizencomplexen Kreekrak en Krammer en op de baggerdepots IJsseloog (Flevoland) en de Slufter (Rotterdam), waarbij die laatste naar verwachting op korte termijn aanbesteed zal worden. In het IJsselmeergebied, waar meerdere RES’en elkaar raken, is het van belang dat er afstemming plaatsvindt tussen de betreffende RES’en zodat er ook aandacht is voor het IJsselmeergebied als geheel en dat verkend wordt hoe optimale interactie plaatsvindt met programma’s als het PAGW. In het kader van de Agenda IJsselmeergebied 2050 is daarom afgesproken dat het Bestuurlijk Platform IJsselmeergebied (BPIJ) de afstemming tussen de RES’en in dit gebied zal bevorderen.
- Organisatie:
- Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
- Publicatiedatum:
- 2 februari 2021