Dit rapport biedt een samenvatting van de verkennende fase van het project Klimaatbuffer IJsselmeer (KIJ). Diverse (ontwerpende) onderzoeken op verschillende aspecten van de KIJ zijn uitgevoerd om een
compleet beeld te krijgen van de impact, de kosten en de relatieve waarde van KIJ. Er zijn tweealternatieven onderzocht om grofweg dezelfde doelen te halen voor de drinkwatervoorziening. Deze zijnvergeleken met KIJ en de belangrijkste bevindingen zijn beschreven. Voor een uitgebreidere toelichting van de verkennende deelonderzoeken wordt verwezen naar de onderliggende rapporten, te vinden als bijlagen.
Conclusie
Op basis van de uitwerking van KIJ en de twee mogelijke alternatieven (Externe Aanvoer, Deelstroomontzilting) inclusief de kosten, baten en effecten daarvan, wordt het volgende geconcludeerd:
Alle alternatieven maken de inname van water ten behoeve van de drinkwaterproductie robuuster, ieder op hun eigen manier. Ze maken PWN daarmee bestendig tegen verzilting zoals waargenomen in de
periode 2017-2019. Hierdoor wordt in dergelijke perioden, die in de toekomst frequenter gaan voorkomen, de waterbehoefte voor het wegspoelen van zout bij de Afsluitdijk verminderd, waardoor
aanzienlijk meer IJsselmeerwater beschikbaar komt voor andere watervragers als landbouw en industrie. Dit voorkomt grote economische schade in het IJsselmeer gebied.
Zowel de Klimaatbuffer als de Externe Aanvoer zijn volgens de MKBA maatschappelijk rendabele investeringen, het alternatief Deelstroomontzilting is dat niet. Alleen de Klimaatbuffer IJsselmeer realiseert als onderdeel van de oplossing de gevraagde bijdrage aan de verbetering van de ecologische kwaliteit van het IJsselmeer binnen de PAGW, door ca. 150 ha geleidelijke land-water overgangen toe
te voegen. Wanneer bij de andere alternatieven een separate aanleg van een vergelijkbare hoeveelheid natuur wordt beschouwd, stijgen de kosten van de alternatieven dermate dat de alternatieven niet meer
maatschappelijk rendabel zijn. Op levensduurkosten scoren de alternatieven concurrerend ten opzichte van elkaar gegeven de huidige
bandbreedte van de kostenramingen. De onderlinge verschillen zitten in de mate van duurzaamheid en een aantal bijkomende effecten:
• Een duidelijk verschil zit in de CO2-emissiereductie die verwacht wordt. Bij alle drie de alternatieven wordt enige reductie verwacht, maar bij de Klimaatbuffer is deze het grootst en is er nog een wenkend perspectief om deze reductie fors groter te krijgen: door inbouwen van zoveel mogelijk natuurlijke zuivering wordt het chemicaliëngebruik mogelijk nog veel sterker
gereduceerd.
• Er wordt een duidelijk verschil verwacht in draagvlak en daarmee samenhangende inspanning voor het omgevingsmanagement bij de alternatieven, waarbij de Klimaatbuffer kan rekenen op veel draagvlak en het alternatief Deelstroomontzilting vanwege de reststroom op de nodige weerstand kan rekenen. Ook de aanleg van een leiding dwars door Natura2000-gebied in het geval van Externe Aanvoer kan mogelijk op grotemaatschappelijke weerstand rekenen.
• Alleen de Klimaatbuffer draagt bij aan de benoemde grote uitdagingen die het IJsselmeer rijk is: het behouden van de drinkwaterfunctie, het verbeteren van de ecologische kwaliteit tegen relatief lage kosten en het bieden van ruimte voor recreatie. Hierdoor scoort de Klimaatbuffer ook het beste in de MKBA.
- Auteur(s):
- M. Fonck, M. Hoppenbrouwers, K. Zuurbier, R. Meijer
- Organisatie(s):
- PWN
- Publicatiedatum:
- juni 2022