Een nieuw flexibel peil vanaf 2018
Sinds de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in 2018 haar handtekening zette, kent het IJsselmeergebied een nieuwe peilbesluit. In het peilbesluit staat welke waterstanden het peilbeheer moet proberen te halen, voor een bepaald waterlichaam of gebied (zoals bijvoorbeeld het IJsselmeer). Sinds 7 februari 2019 stuurt Rijkswaterstaat in het IJsselmeergebied niet meer op een vast peil. Er wordt nu een flexibel peil gebruikt, met een onder- en een bovengrens waarbinnen het peil mag bewegen.
Waarom?
- Nederland heeft het water in het IJsselmeergebied nodig voor drinkwater, landbouw, scheepvaart, natuur, koel-/proceswater voor de industrie, doorspoeling van de polders en (water)recreatie.
- Door klimaatverandering worden de zomers steeds droger.
- Bij hoge temperaturen (veel verdamping), weinig neerslag en weinig aanvoer van water uit de rivieren, dreigt een watertekort en zoutindringing (verzilting).
Zomerpeil
Het zomerpeil is flexibel. Het geeft de waterbeheerder de ruimte om het waterpeil aan te passen aan de klimaats- en weersomstandigheden. Dat gebeurt binnen de vastgestelde marges. Het waterpeil mag in de zomer schommelen tussen NAP -0,10 m en NAP -0,30 m. Bij droogte kan gebruikt worden gemaakt van deze buffer; een totaal van 400 miljoen kubieke meter water. Het nieuwe zomerpeil sluit beter aan bij de natuurlijke situatie: een hoger peil in het voorjaar en een lager peil aan het einde van de zomer.
Winterpeil
Het vastgestelde winterpeil is in de praktijk niet veranderd. Voor de waterveiligheid en de scheepvaart zorgt RWS ervoor dat het waterpeil niet onder NAP -0,40 m zakt in het IJsselmeer en Markermeer. In de Veluwerandmeren is dat NAP -0,30 m. Het winterpeil is ook onderdeel van de afspraken van waterbeheerders (Rijkswaterstaat, waterschappen).



