Levend Markermeer: levenskansen van een hongerig Markermeer
Het project Levend Markermeer is gestart in 2018 en uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (DG Water en Bodem) en de Agenda IJsselmeergebied 2050.
De belangrijkste aanleiding van het project is om duidelijkheid te scheppen over de consequenties van de afgenomen toevoer van nutriënten naar het Markermeer de voedselbehoefte van planten en dieren in het Markermeer, op basis van onderzoek en het samenbrengen van kennis en gegevens van verschillende deskundigen en organisaties. Het project Levend Markermeer levert een aantal producten op:
- Een inhoudelijke eindrapportage
- Generieke kennisregels met kansen, risico’s en adviezen voor potentiële
maatregelen (hoofdstuk 7) - Visualisaties van zowel de resultaten als de kansen en risico’s van potentiële
maatregelen (infographics)
De producten vormen een glijdende schaal van inhoud naar visualisatie. In de eindrapportage wordt alle kennis uit Levend Markermeer gepresenteerd. Aan de hand van deze kennis kan iets gezegd en gevonden worden over ecologische maatregelen en ingrepen die voor het Markermeer worden voorgesteld, bijvoorbeeld in het kader van de KRW en PAGW. De kennis over het ecologisch functioneren, toegepast op deze potentiële maatregelen, is vertaald naar kennisregels. Om dit goed te kunnen communiceren naar beleidsmakers en beheerders (die met de maatregelen aan de slag kunnen gaan) dienen de ‘infographics’ als middel om eenvoudig samengevat kennis over te dragen. Het belang van Levend Markermeer zit in de optelsom van deze producten en in combinatie met het hechte netwerk dat is opgebouwd.
Samenvatting en conclusie
Een ‘klassieke’ voedselwebstudie, modellen en experimenten van onderzoekers en adviseurs van diverse instellingen leggen veel geheimen bloot van het Markermeer. De waterkwaliteit is verbeterd: het doorzicht, de watervegetatie en de waterplantenetende watervogels zijn toegenomen. Niettemin zijn en blijven algen de belangrijkste basis voor de biologische productiviteit van het Markermeer voor alle vogels, vissen en andere waterdieren die er leven. En wat in het voedingsstofrijke Nederland onmogelijk leek, is gebeurd in het Markermeer waar nu honger heerst: de productie van algen is gedaald en waterplanten zijn onvoldoende in staat het verlies van algenproductie te compenseren.
Ons onderzoek laat verder zien dat alle dieren de volledige voedselproductie nodig hebben om in leven te blijven, terwijl in andere meren slechts rond de 60% nodig is. Verder is het aannemelijk dat niet alleen de maatregelen uit het waterbeleid verantwoordelijk zijn voor de afname van voedingsstoffen maar ook dat diepe putten meer dan de helft van de inkomende voeding (fosfor, dè groei-limiterende voedingsstof) uit het Markermeer in de bodem vastleggen. De effecten van eutrofiëring zijn dus succesvol teruggedrongen maar betekenen ook een lagere draagkracht van het ecosysteem.
Op basis van ons onderzoek en andere kennis zijn diverse maatregelen tegen het licht gehouden en de kansen en risico’s in beeld gebracht om het Markermeer ecologisch zo goed mogelijk te laten functioneren. De draagkracht van het Markermeer vergroten kan het best door verbindingen te maken met voedselrijk water en/of moerassen in het achterland, zoals project Oostvaardersoevers beoogt, maar ook via andere aanvoerroutes van water, zoals wellicht uit Noord-Holland of Flevoland. Om deze effecten te kwantificeren is nadere studie nodig. Hoewel het aanleggen van luwtemaatregelen of eilanden, zoals de Marker Wadden, veel kansen bieden voor specifieke soorten en leefgebieden, zijn deze maatregelen minder kansrijk voor het verbeteren van de draagkracht voor vogels die vis of mosselen eten. Deze maatregelen kunnen verlies leveren aan foerageergebied van deze vogels en bieden geen of slechts een beperkte oplossing voor het tekort aan voedingsstoffen voor de productie door algen, de basis van bijna al het voedsel. Het vergroten van luwtegebieden biedt kansen voor rustende watervogels mits de regulering en handhaving op verstoring door waterrecreatie goed is geregeld. De vraag wat de waterbodem kan betekenen in het vergroten van de productie van algen is niet opgehelderd in deze studie, maar lijkt weinig duurzaam handelingsperspectief te bieden.
De resultaten maken aannemelijk dat de draagkracht voor Natura2000 soorten, zoals vogels die vis of mosselen eten, nu minder is dan in de periode waarmee de doelen zijn afgeleid. Hierdoor zullen naar verwachting een aantal van deze Natura2000 soorten hun doelen niet bereiken. Als de draagkracht met maatregelen, zoals verbindingen met moerassen of toevoer van voedselrijk water onvoldoende kan worden vergroot dan blijft een tekort aan voedsel aannemelijk. Omdat de volledige draagkracht van het Markermeer gebruikt wordt door de consumenten, is het belangrijk extra voorzichtig te zijn met het vergunnen van nieuwe activiteiten die de draagkracht van het Markermeer kunnen aantasten, zoals de ontwikkeling van diepe putten die fosfor verzamelen of andere activiteiten die effecten hebben op voedsel en de bereikbaarheid of bruikbaarheid daarvan.
- Auteur(s):
- M. van den Berg, T. Garritsen, K. Kaffener, F. van Luijn, M. Platteeuw, J. Postema, A. Remmelzwaal, J. Schilder, L. Tack
- Organisatie(s):
- RWS-WVL (in opdracht van DGWB)
- Publicatiedatum:
- 28 april 2023